Meten is weten bij cementgebonden pleisterwerken

Is de ondergrond winddroog? Pas op: dat is geen teken dat je kunt beginnen met het aanbrengen van een cementgebonden pleistersysteem. Het enige juiste startschot is minder dan vier gewichtsprocenten vocht.

In de dagelijkse praktijk wordt min of meer op het zicht bepaald of een ondergrond voldoende droog is om een cementgebonden pleistersysteem op te zetten. Maar schijn bedriegt. Want alleen meten is weten. Namelijk, of de ondergrond niet meer dan 4 gewichtsprocenten vocht bevat. Daarom heb je de juiste instrumenten nodig.

Vocht en warmte
Voor een oppervlaktemeting gebruik je een elektrische vochtmeter, zoals Protimeter. Deze geeft een goede en makkelijke indicatie: groen = goed. Het inwendige vochtgehalte meet je bij voorkeur met een CM-meter; voer daarvoor per wand- of gevelvlak meerdere metingen uit. Het spreekt voor zich dat het gebouw wind- en waterdicht moet zijn. Bovendien is de temperatuur van de ondergrond en de omgeving tijdens het aanbrengen van de raap- en afwerklaag minimaal 5 °C. Maar ook weer niet té warm:

• Wandverwarming minimaal 24 uur voor het egaliseren de verwarming uitschakelen; minimaal 24 uur na het egaliseren de verwarming weer inschakelen, in stappen van maximaal 5 °C watertemperatuur per dag.
• Warmwaterleidingen dienen altijd te zijn voorzien van een mantelbuis.
• Heetwaterleidingen van meer dan 60 °C mogen niet verwerkt worden in de ondergrond, anders bestaat er kans op scheurvorming.

Overige voorwaarden
En vergeet verder niet op de volgende punten te letten.
• De ondergrond is olie-, vet-, vuil- en stofvrij.
• De draagkracht van de ondergrond is afgestemd op het gebruik en de afwerking (totaalgewicht met egaliseermortel, tegels/steenstrips enzovoort).
• De soort ondergrond, het vochtopnemend vermogen en de hoeveelheid stof die op het oppervlak aanwezig kan zijn bepaalt welke hechtingsbevorderende primer moet worden aangebracht.
• Droge, zuigende, minerale ondergronden van tevoren voorbehandelen/voorstrijken. Erg belangrijk is dat de ondergrond over een gelijkmatig, lichtegale zuiging blijft beschikken.
• Gesloten, niet zuigende ondergronden (geglazuurd tegelwerk, betonemaille) opruwen/schuren.
• Alvorens te egaliseren op een bestaande verf/pleisterlaag moet deze eerst getest worden op aanhechting en bestandheid tegen de hechtingsbevorderende primer en de toegepaste egaliseermortel. Wordt deze bijvoorbeeld niet week (watervast) of gaat deze niet verzepen?
• Niet te behandelen bouwdelen (bijvoorbeeld kozijnen, vloeren, ramen en deuren) goed maskeren en afdekken.
• Gaten en leidingsleuven vooraf repareren; deze reparaties laten afbinden.
• Hoekbeschermers en profielen volledig (vol en zat) inbedden.
• Bij een eindafwerking van bijvoorbeeld muurverf, is het aan te bevelen de ondergrond geheel over te pleisteren voor een fraaier resultaat.